Zoek op trefwoord :
Het bedrijf als gemeenschap
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 16-10-2007

Tussen de coalitiepartijen bestaat veel verschil van inzicht over het ontslagrecht. PvdA en ChristenUnie willen de huidige ontslagbescherming handhaven, het CDA wil het gemakkelijker maken voor werkgevers om werknemers te ontslaan. Werkgevers die bereid zijn werknemers een handje geld mee te geven, hoeven volgens Minister Donner het ontslag niet te laten toetsen.
Dat laatste past in de neoliberale visie zoals die sinds 1982 door kabinetten van verschillende politieke samenstelling is uitgedragen. Alles is een kwestie van geld, en wanneer werkgevers van iemand afwillen, moet dat soepel te regelen zijn. Opmerkelijk is echter, dat het CDA met een dergelijk standpunt komt na de herbronning die onder leiding van grote denkers als Balkenende en Klink zou hebben plaats gevonden toen het CDA in de oppositie was. Toen was immers de conclusie dat de maatschappij niet alleen bestaat uit markt en overheid, maar ook uit gemeenschappen, en dat we ons niet alleen moeten laten leiden door geld, maar ook door normen en waarden.
Bij gemeenschappen denkt men naast het gezin meestal aan kerken of verenigingen. Voor veel mensen is echter na het gezin het bedrijf de belangrijkste gemeenschap waartoe men behoort, voor veel singles zelfs de belangrijkste. Daar gaat men zowat dagelijks om met dezelfde mensen, en kan men zich niet permitteren om na een ruzie zich zo maar terug te trekken. Op het werk ontstaan ook vriendschappen, om niet te spreken van romances. Je hoeft niet blij te zijn met de overspelige relaties die op het werk kunnen ontstaan, maar het verschijnsel ‘gewenste intimiteiten’ geeft ook aan hoe belangrijk het werk is als sociaal milieu.
Wie tegen zijn zin ontslagen wordt, verliest niet alleen zijn inkomenszekerheid en zijn aanzien, maar wordt ook verwijderd uit de gemeenschap. Dat is niet altijd te voorkomen: bij duurzaam disfunctioneren zijn mensen niet te handhaven, en we willen geen stokers op de elektrische trein. Maar er rust wel een morele verantwoordelijkheid op werkgevers om ontslag zoveel mogelijk te voorkomen. Dat is de tegenhanger van de eenzijdige afhankelijkheid die ontstaat wanneer een werknemer bij een bedrijf in dienst treedt. Het mag niet zo zijn dat mensen alleen ontslagen worden omdat een nieuwe manager graag een nieuw fris team om zich heen verzamelt, of omdat werknemers zich beroepen op verkregen rechten als ouderschapsverlof of vastgelegde werktijden. Daarom moet ongevraagd ontslag altijd gemotiveerd worden.
Je komt in de literatuur regelmatig dat kinderdagverblijf in Israel tegen waar men worstelde met het probleem van ouders die hun kind te laat kwamen halen. Men probeerde dat op te lossen door ouders die te laat kwamen extra te laten betalen. Dat bleek echter averechts te werken: nu ze ervoor betaalden achtten ouders zich gelegitimeerd om te laat te komen. Zo’n effect zal een ontslagprocedure met vergoeding maar zonder toetsing van de ontslaggrond ook hebben, zeker bij een ontspannen arbeidsmarkt. Geld treedt dan in de plaats van handelen op basis van normen en waarden.
De Nederlandse bevolking is fel tegen versoepeling van het ontslagrecht. De weerstand daartegen is nog veel groter dan tegen de voorstellen over de fiscalisering van de AOW die de PvdA zijn electorale positie gekost hebben. Dat zou voor PvdA en CU een motief moeten zijn om aan hun standpunt vast te houden. Als u dit leest weet u of ze dat ook gedaan hebben.

In Overheidsmanagement oktober 2007.