Zoek op trefwoord :
Europees aanbesteden kost geld
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 11-09-2007

De grootste komkommers werden deze zomer op Schokland geteeld. Daar had minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking een manifestatie georganiseerd om met een aantal particuliere organisaties afspraken te maken over een gezamenlijke inzet: het akkoord van Schokland. Het was niet veel meer dan een publiciteitsstunt, en dan nog wel een die averechts uitpakte, want de manifestatie kreeg pas bekendheid toen bleek dat deze georganiseerd was door het bureau BKB van de PvdA´ers Booij en Van Bruggen, met als derde partner iemand die in de Volkskrant eerst Alex Werkman werd genoemd, maar in werkelijkheid Alex Klusman bleek te heten. Zoiets verzin je niet.
De opwinding ontstond omdat Booij en Van Bruggen lid zijn van dezelfde partij als Koenders, en de klus niet was aanbesteed volgens de Europese regels. Later bleek dat onderhands aanbesteden heel gewoon is Den Haag, waarbij de afgelopen kabinetsperiode nota bene het ministerie van Justitie voorop gelopen had, wat je vanwege de zorgvuldig gekweekte calvinistisch-integere uitstraling van minister Donner niet zou hebben verwacht. BKB had ook wel meer manifestaties voor de overheid georganiseerd, zoals de bustocht waarmee Thom de Graaf met weinig succes het land doorkruiste om de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester te prediken. Het was ook niet de persoonlijke keus van Koenders geweest, en daarmee was de hype weer over.
Blijft de vraag of openbare aanbesteding wel altijd tot de beste resultaten leidt. Journalisten geloven daar heilig in. Toch passen particuliere bedrijven dit systeem maar weinig toe. Wie zijn eigen huis wil verbouwen gaat gewoon om de tafel zitten met een betrouwbare aannemer. Huizen worden ook maar zelden geveild. Onroerend-goedbeheerder Van Boom en Slettenhaar is op dit moment bezig de gebouwen te verkopen van een groot aantal door dit bedrijf opgerichte CV`s, en kiest er daarbij met instemming van de vennoten voor om met één partij te onderhandelen in plaats van te veilen. De kandidaat/koper moet een serieus bod uit kunnen brengen zonder het gevaar te lopen voor niets te hebben gewerkt en veel kosten te hebben gemaakt.
Dat laatste dreigt ook bij openbare aanbestedingen. Het is alleen verantwoord daaraan mee te doen wanneer een binnengehaalde opdracht meer winst oplevert dan de kosten die gemaakt moeten worden bij alle inschrijvingen waar men het verliest. Dat betekent dat een bureau bij onderhandse aanbesteding lager kan offreren dan bij openbare aanbesteding. Of men dat ook zal doen, hangt af van de deskundigheid van de opdrachtgever. Voordat men zich in Brussel met ons aanbestedingssysteem ging bemoeien, werd er daarom vaak onderhands aan besteed, of werd een klein aantal bedrijven uitgenodigd, die dan elk een rekenvergoeding kregen.
Nu gaat het bij bouwopdrachten om de uitvoering van een nauwkeurig bestek, waarin precies wordt aangegeven wat van de aannemer verwacht wordt. Veel overheidsopdrachten zijn echter veel vager. Van bureaus die daaraan willen meedoen wordt dan verwacht dat ze zelf de aanpak aangeven, terwijl het heel onzeker is of die inspanning ook beloond wordt. In Het Financieele Dagblad van 21 mei klaagde directeur Geers van Twynstra Gudde dat het voorkomt dat 20 bureaus voor een opdracht van niet meer dan 50 weken wel 50 weken creatief offertewerk verrichten, zie ook de site van Overheidsmanagement van die dag.
De oplossing lijkt nu het sluiten van raamcontracten, maar daarbij hebben nieuwkomers het weer moeilijk. We moeten gewoon van de Europese aanbestedingsregels af.

In Overheidsmanagement september 2007