Zoek op trefwoord :
De ouputloze organisatie
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 25-11-2006

Zouden er outputloze organisaties bestaan, waar de overhead 100 % bedraagt, zodat men alleen nog elkaar bezig houdt? Soms probeer ik mij dat voor te stellen. Je hebt er natuurlijk een bestuur, en elk bestuurslid heeft een eigen secretaresse en een eigen chauffeur. Daarnaast zijn er ook directeuren, met ook hun eigen secretaresse.
Zonder koffie kan de organisatie niet vergaderen. Daar zorgt de huishoudelijke dienst voor, en die exploiteert ook het bedrijfsrestaurant. Er is een afdeling post- en archiefzaken. Een beetje organisatie heeft natuurlijk ook een eigen bibliotheek. Er is een ICT-afdeling, die regelmatig nieuwe toepassingen introduceert waardoor de overige medewerkers extra belast worden. Iets dergelijks geldt voor de afdeling gebouwenbeheer, waar men regelmatig een plan maakt om te verhuizen of het gebouw her in te delen. Dat geeft eindeloos overleg met degenen die moet verhuizen, maar ook door de verhuizing zelf gaan werkdagen verloren.
Dan is er de dienst financiën. Daar doet men niet alleen de administratie maar ook de planning en control. Daarvoor heeft men voortdurend prestatiegegevens uit de rest van organisatie nodig, wat daar weer extra werk oplevert. Een beetje organisatie doet ook aan treasury management. Ook daar is een extra functionaris voor nodig, of liever twee, want als treasury manager wil je ook wel eens met vakantie. Ook de treasury manager heeft voortdurend informatie nodig uit de organisatie. En datzelfde geldt voor de risicomanager.
De salarisadministratie wordt die steeds bewerkelijker. Daardoor krijgt men steeds meer collega's langs die toelichting op hun salarisstrook willen hebben: spaarloon, einde-jaarsuitkering, levensloop. Binnenkort komt daar de gemeentelijke loonbelasting bij, met voor elke gemeente een eigen percentage. Maar de personeelsdienst houdt zich ook bezig met werving en selectie. Er is een functionaris voor diversiteitsbeleid, voor interne overplaatsingen, voor vorming en opleiding, en voor leeftijdsgericht personeelsbeleid.
Er is een meldpunt voor klokkenluiders en een meldpunt voor sexuele intimidatie. En dan zijn er uiteraard ook nog het bedrijfsmaatschappelijk werk en de arbofunctionaris. En vergeet de kwaliteitszorg niet. De werklast van deze functionarissen is niet gerelateerd aan het aantal uren dat er gewerkt wordt, maar aan het aantal personen waarover het werk verdeeld is. Deeltijdwerk helpt bij het creëren van een outputloze organisatie.
Verder is er een juridische afdeling om elk contract zorgvuldig te toetsen, en de afdeling voorlichting, waar men een website bij houdt, maar ook een maandelijkse krant uitgeeft over wat er in de organisatie gebeurt: 'Herhuisvestingsplan goed ontvangen'. Die krant is dan weer een doorn in het oog van de functionaris voor intern milieubeheer. Ten slotte is er de medezeggenschap. Er moet een actieve ondernemingsraad zijn, die ook frequent communiceert met zijn achterban. En per dienst een eigen dienstcommissie, met ook weer iemand om bulletins te maken.
Met zoveel verschillende functies zou je zeggen dat juist in kleine organisaties het gevaar dreigt dat men alleen nog met zichzelf bezig is. Maar het is omgekeerd. Juist in grote organisaties is er de drang al die verschillende functies te creëren. En men vormt ook grote organisaties om dat te kunnen. Voor een outputloze organisatie heb je massa nodig. Met duizend mensen moet het te realiseren zijn, met tienduizend is het nog veel gemakkelijker.