Zoek op trefwoord :
Minister van Alles
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 17-04-2006

Steeds vaker hoor je pleiten voor één minister voor Veiligheid. Dat is nodig vanwege de terreurbestrijding, ook al vond de laatste echte terreurdaad in Nederland een kleine dertig jaar geleden plaats, door de Molukkers. De moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh waren moordaanslagen, geen terreurdaden.
Waar moet een minister van Veiligheid allemaal over gaan? Over terreurbestrijding uiteraard, en daarmee ook over de politie, want die moet terroristen opsporen. En over de AIVD. De minister van Veiligheid moet als het nodig is het leger en de Marechaussee kunnen inzetten. Daarom moet hij over defensie gaan.
Maar veiligheid heeft veel meer aspecten. Misschien staat er wel een vuurwerkfabriek in onze wijk. De dijken kunnen doorbreken. Onze voedselveiligheid kan in het geding komen door verkeerd veevoer. Al dit soort rampen kan spontaan gebeuren, maar ook als gevolg van een terreurdaad. Saboteurs kunnen treinen en dijken opblazen, of LSD aan het drinkwater toevoegen. De effecten van een dergelijke terroristische daad zijn niet anders dan bij een spontane ramp, en moeten dus ook door dezelfde organisatie bestreden worden.
Dat betekent één ministerie voor Veiligheid, dat behalve Justitie en het Directoraat-Generaal Openbare Veiligheid ook het ministerie van Defensie omvat, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, en het toezicht op de voedselveiligheid, de naam zegt het al.
Maar daarmee ben je er niet. Er is ook nog het milieubeleid. Toen de kerncentrale in Tsjernobyl ontplofte, werd daardoor radio-actief materiaal verspreid, tot in ons land toe. Dat was voor Pieter Winsemius als minister van Milieubeheer reden snel maatregelen te nemen. Na een paar weken kreeg hij echter bezoek de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, die vertelde dat het hier een ramp betrof. En rampen, daar ging niet VROM over maar Binnenlandse Zaken. Dus de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken. Gelukkig was toen het probleem al opgelost, maar we kunnen natuurlijk niet hebben dat bij een ernstige situatie niet wordt opgetreden omdat de dames en heren in Den Haag het er niet met elkaar over eens zijn of er nu wel of niet sprake is van een ramp.
Wie kernenergie zegt, komt ook aan de bevoegdheden van het ministerie van Economische Zaken. Nederland is zo afhankelijk van energie, dat elke onderbreking van de levering daarvan al snel onze veiligheid bedreigt. En omdat allerlei aspecten van het veiligheidsbeleid Europees geregeld worden, zou ook de staatssecretaris van Europese Zaken onder de minister van Veiligheid moeten vallen.
Echter: niet alleen bij veiligheid praat men over één ministerie. Kinderen moeten worden opgevoed tot waardevolle staatsburgers van dit land, die werk hebben, niet stelen en hun handen thuis houden. Daar komt heel wat bij kijken. Het onderwijs is natuurlijk cruciaal, en vormt de kern van een departement voor jeugdzaken. De jeugdgezondheidszorg hoort daarbij, maar ook de bescherming van kinderen tegen incompetente ouders. Het maatschappelijk werk in gezinnen moet dus onder de minister van Jeugdzaken vallen, evenals de schuldhulpverlening, anders krijg je daardoor weer dat verschillende hulpverleners met verschillende agenda's zich ongecoördineerd met één gezin bemoeien. En de minister van jeugdzaken moet gaan over de kinderbijslag, de hoogte van de kinderaftrek, en de vrijstelling van alleenstaande ouders van de arbeidsplicht.
Hij of zij moet uiteraard gaan over de kinderbescherming, maar ook over het optreden van de politie bij huiselijk geweld. En dan zijn er kinderen die zelf in de fout gaan en naar een HALT project worden gestuurd of naar de jeugdgevangenis. Daar moet de maatschappij tegen beschermd worden, maar het is ook essentieel dat de manier waarop zij worden behandeld goed is afgestemd met de rest van de jeugdzorg. Wil je dat goed kunnen regelen, dan moet er één ministerie voor Veiligheid en Jeugdzaken komen. Dat kan dan ook het leger inzetten om jongetjes aan te pakken waar niets mee te beginnen valt.
Maar nu vergeet ik helemaal de ouderen. Dat is een steeds grotere groep van de bevolking, die ook steeds meer aandacht vraagt. Er is onvoldoende coördinatie tussen het zorgbeleid en het pensioenbeleid; daardoor zijn met het nieuwe zorgstelsel zoveel ouderen erop achteruitgegaan. De vergrijzing vraagt ook om een huisvestingsbeleid dat rekening houdt met de behoeften van ouderen. Ouderen hebben het meest baat bij het veiligheidsbeleid, want bij hun zijn de onveiligheidsgevoelens het grootst. Een minister voor Ouderenzaken moet ervoor kunnen zorgen dat er voldoende wordt gesurveilleerd in buurten waar veel ouderen wonen.
Wat we nodig hebben is dus een ministerie van Veiligheid, Jeugdbeleid en Ouderenzaken. Daar kan de rest van de bevolking ook nog wel bij, en dat levert dus het ministerie van Alles op. De vraag wordt dan, hoe de taken binnen dat ministerie worden verdeeld. Welke directoraten-generaal komen er, en krijgen die elk een eigen staatssecretaris? Daarmee zijn we terug bij af.

In: Overheidsmanagement april 2006, gecorrigeerd.