Zoek op trefwoord :
De paarse krokodil
Verschenen in 'B&G' - 20-06-2005

In korte tijd is de paarse krokodil een begrip geworden in Nederland. Het was niet de bijnaam van Wim Kok toen hij premier was van twee paarse kabinetten, en zelfs niet van Ad Melkert. De paarse krokodil is een speelgoedbeest uit een reclamespot van een verzekeringsmaatschappij. Een meisje is in het zwembad dat beest vergeten, en komt nu samen met haar moeder hem ophalen. De paarse krokodil staat achterin het hokje van de portier, maar ze krijgen hem niet mee. Daarvoor moeten ze naar het Stadhuis om daar een formulier in te vullen.
Het is een hele succesvolle reclamespot, want inmiddels staat de paarse krokodil model voor het gebrek aan klantvriendelijkheid bij de overheid. Bij de verzekeringsmaatschappij die het spotje gelanceerd heeft is dat heel anders, dat begrijpt u. Helaas ben ik de naam van die maatschappij vergeten. In dat opzicht is de spot weer minder succesvol.
Die reclamespot roept natuurlijk de vraag op, of het bij de overheid niet anders kan. Waarom krijgt dat meisje die krokodil niet gewoon mee wanneer ze hem in het hokje van de portier heeft zien staan? Dat is klantvriendelijk, want het bespaart de klant een gang naar het Stadhuis tijdens kantoortijd. En er hoeven geen formulieren te worden ingevuld, dus je hebt geen bureaucratie. Het lijkt wel of de paarse krokodil is verzonnen door het project Andere Overheid, als afschrikwekkend voorbeeld.
Maar toch. Tien minuten later verschijnt er weer een meisje met haar moeder bij de portier. Die zegt ook dat ze haar paarse krokodil heeft laten staan. En dat ze op weg naar het zwembad een ander meisje zijn tegen gekomen met háár paarse krokodil. Wat moet de portier daarop zeggen? 'Ik kan het ook niet helpen. Had je dat beest maar niet moeten vergeten'.
Maar dan kent hij de moeder van het meisje niet. Die belt de plaatselijke krant. En omdat de Juinense Courant altijd om nieuws verlegen zit, komt er een groot stuk dat de gemeente zonder enige controle gevonden voorwerpen meegeeft aan wie maar zegt de eigenaar te zijn. Het wordt er niet beter op, wanneer een paar dagen later blijkt dat de portier een week eerder geweigerd heeft om een groene leguaan mee te geven aan een Marokkaanse familie, omdat hij het niet vertrouwde. Discriminatie! Navraag bij de gemeente levert op dat die geen enkele registratie bijhoudt van gevonden voorwerpen.
Dat trekt de aandacht van de redactie van NOVA. Die horen bij de VNG dat ze daar niet eens weten hoeveel gemeenten over zo'n registratie beschikken. Clairy Polak gaat er eens goed voor zitten en voelt hoofddirecteur Pans van de VNG hierover aan de tand. Pans houdt een weinig overtuigend verhaal dat de gemeenten dat zelf moeten weten, en dat het ook niet zo belangrijk is. 'Dat mensen hun eigen spullen terugkrijgen, vindt u dat niet zo belangrijk?'
Nu wordt het tijd voor een interpellatie in de gemeenteraad door Leefbaar Juinen. En hoewel de fractie van Progressief Juinen, waar de wethouder sportzaken lid van is, nog probeert dat tegen te houden omdat de gemeenteraad alleen over de hoofdlijnen van het beleid moet praten, ontkomt het college er niet aan bij monde van de wethouder Financiën een nota toe te zeggen over een transparant gevonden-voorwerpenbeleid.
De wethouder heeft inmiddels van zijn ambtenaren begrepen, dat de accountant bij het doorlichten van de administratieve organisatie van de gemeente geconstateerd heeft dat de manier waarop de gemeente omgaat met gevonden voorwerpen niet rechtmatig is, en dus goedkeuring van de gemeenterekening in de weg staat. Gelukkig is de VNG schielijk begonnen aan een model-verordening inzake gevonden voorwerpen, die de gemeente zal kunnen overnemen. Daarin staat functiescheiding centraal. En dus zal wie in het zwembad iets laat staan en dat terug wil hebben, eerst op het Stadhuis een formulier moeten invullen.
Niet voor niets is de paarse krokodil zo herkenbaar. Hij staat voor de spanning tussen het verlangen naar een klantvriendelijke overheid en naar een overheid die zorgt dat er niets mis gaat. Tussen een overheid die 'niet zo moeilijk doet', en een overheid die rampen voorkomt. Tussen het concept van de ondernemende overheid met netwerkende ambtenaren, en van een overheid die een transparant aanbestedingsbeleid voert in overeenstemming met de Europese richtlijnen.
Beide concepten worden door de Nederlandse regering gepropageerd. Op Binnenlandse Zaken hebben ze daar twee aparte afdelingen voor, elk met een eigen minister. Op de ene verdieping zit het project 'Andere Overheid', onder verantwoordelijkheid van Alexander Pechtold. Daar propageren ze klantvriendelijkheid en minder bureaucratie. Op de andere verdieping zitten de ridders van het Besluit Begroting en Verantwoording onder verantwoordelijkheid van Joan Remkes. Die zijn voor transparantie en rechtmatigheidscontrole. En transparantie is nu eenmaal een eufemisme voor meer bureaucratie.
Ik vraag me wel eens af, hoe dat gaat als medewerkers van die twee afdelingen elkaar in de lift tegenkomen. Denken ze dan 'Daar is de vijand', en brengen ze het nauwelijks op beleefd tegen elkaar te knikken? Of liggen ze in een deuk vanwege die malle bestuurders die met hun tegenstrijdige opdrachten zorgen dat er genoeg voor ambtenaren te doen blijft?


In B&G mei/juni 2005