Zoek op trefwoord :
PvdA-leden, wijs deze overmoedige Grondwet af
Verschenen: 21-05-2005

Volgens het nieuwe beginselmanifest van de PvdA dienen bij de Europese integratie het subsidiariteitsbeginsel en de borging van publieke belangen voorop te staan. Dat leidt op een aantal terreinen tot een pleidooi voor meer integratie, maar op andere terreinen juist voor minder. 'De bevordering van de Europese interne markt dreigt landen en parlementen onnodig te beknotten in hun mogelijkheden de verhouding tussen overheid en markt te regelen.'
Van dat laatste zien we steeds nieuwe voorbeelden. Zo heeft Europa als nieuwste doelwit de contracten tussen gemeenten en woningcorporaties ontdekt. Gemeenten mogen woningcorporaties niet zien als organisaties gericht op het publieke belang, maar moeten ze gelijk stellen aan willekeurige projectontwikkelaars. In Brussel kent men slechts overheid en markt, typisch Nederlandse intermediaire organisaties als woningcorporaties passen daar niet in.
Het subsidiariteitsbeginsel, het idee dat voor een optimale uitkomst beslissingen genomen moeten worden op het laagste niveau dat verenigbaar is met de reikwijdte van de beslissing, legt het zo af tegen het beginsel van het level playing field, dat de regelgeving over heel Europa wil uniformeren. Dat is een doctrinaire vorm van marktliberalisme, die ons als sociaal-democraten tegen de borst stuit. Onze afkeer van Europese regeldrift heeft ook te maken met de behoefte aan democratische legitimatie: de lidstaten en de meeste lagere overheden hebben in dat opzicht betere papieren dan de Europese Unie. Verdere bemoeizucht bij wijze van vlucht naar voren, onder dekking van een democratisch slecht doordachte grondwet, zal zich tegen Europa zelf gaan keren.
Een van de toetsstenen voor de Europese Grondwet moet daarom zijn, of Europa zich zal beperken tot werkelijk grensoverschrijdende zaken van voldoende belang. Daar ziet het niet naar uit. De term 'Grondwet' impliceert de intentie om de Europese Unie niet langer te zien als een samenwerkingsverband van landen, maar als een staat in wording. Dat is ook de reden dat er een referendum over wordt gehouden: wanneer het alleen ging om de stemprocedures in de Europese ministerraad was daar geen reden voor. Enkel tekstvergelijking met als uitkomst: 'beter dan niets' of 'beter dan Nice' doet geen recht aan de hoge constitutionele inzet.
Bij het referendum wordt ons gevraagd of wij willen, dat de Europese volkeren onderling een steeds hechter verbond tot stand brengen (preambule deel II), in een Unie die open staat voor alle Europese staten die haar waarden eerbiedigen (I-1 lid 2). Op een groot aantal terreinen verliezen we ons veto-recht. Door de uitbreiding krijgen we steeds minder te zeggen binnen een Unie die steeds meer over ons te zeggen krijgt. Het schrijven van een grondwet veronderstelt voorafgaand beraad over een gezamenlijk staatkundig doel, in plaats van de dooddoener dat Europa zich nu eenmaal al gaande vanzelf definieert, zoals een ongericht projectiel dat doet.
Nu krijgen volgens een protocol bij de voorgestelde Grondwet de nationale parlementen de mogelijkheid bezwaar te maken tegen regelgeving die strijdig is met het subsidariteitsbeginsel. Dit geldt echter niet voor bestaande regels en voor nieuwe regels vanwege het mededingingsbeleid. En dat laatste leidt in de praktijk nu juist tot absurditeiten als Europese normen voor de veiligheid van kinderspeelplaatsen en voor passagiersaccomodaties in klassieke zeilschepen.
De tekst van de Europese Grondwet is duidelijk een compromis tussen aan de ene kant voorstanders van een Europese superstaat en aan de andere kant degenen die Europa slechts zien als een samenwerkingsverband voor het oplossen van grensoverschrijdende problemen. Daardoor worden vaak verreikende intenties uitgesproken, die in andere artikelen dan weer worden geneutraliseerd.
Tegelijkertijd worden in de Europese Grondwet allerlei oude verdragsteksten bevestigd die absoluut niet in een grondwet thuis horen. Is er iemand die bepleit dat in de Nederlandse Grondwet komt te staan dat de staat zorgt voor een interne markt waarin mededinging vrij en onvervalst is (I-3 lid 2), of zoiets als een hele afdeling over katoen (protocol 8)?
Wanneer men alleen leest wat men wil lezen, kan men vanuit heel verschillende gezichtspunten tot steun aan de Europese Grondwet komen. Wie meer integratie wil stemt natuurlijk voor, maar wie dat niet wil zou het ook moeten doen. Atzo Nicolaï vindt dat de Europese Grondwet vooral in het belang is van zijn VVD-achterban, maar Lodewijk de Waal ziet er juist een instrument in om het huidige kabinetsbeleid te bestrijden.
Het kabinet ruziet nu al met de onafhankelijke referendum commissie over de juiste samenvatting. De Europese integratie heeft op allerlei terreinen consequenties gehad die niet voorzien waren toen in de jaren vijftig het verdrag van Rome werd gesloten. Ook bij deze Europese Grondwet zullen er allerlei apen uit mouwen en konijnen uit hoge hoeden komen.
Daarbij zal vaak het Europese Hof in Luxemburg het laatste woord hebben. Ook in Nederland zien we af en toe dat de Hoge Raad eraan te pas moet komen om wetgeving uit te leggen. Maar dan is het veel gemakkelijker om tot corrigerende wetgeving te komen dan bij het Luxemburgse Hof, terwijl daartoe aan het Europese Parlement de bevoegdheid ontbreekt.
Door te kiezen voor een referendum vraagt de Tweede Kamer aan elke Nederlander een eigen oordeel uit te spreken over de Europese Grondwet, en niet alleen het oordeel van zijn partijleiding te volgen. Als iedereen dat laatste zou doen, zou het referendum zinloos worden. Welnu, je hoeft geen nationalist te zijn van rechts of van links om deze overmoedige grondwet af te wijzen.
Paul Bordewijk
René Cuperus
Hugo Priemus
Marie van Rossen
Sam Rozemond
Frank de Vries
Leden van de Partij van de Arbeid

In de Volkskrant 21 mei 2005