Zoek op trefwoord :
Europa bemoeit zich nu al met allerlei details
Verschenen: 26-04-2005

Waarom moeten we gaan stemmen over de Europese Grondwet, terwijl ons bij eerdere Europese verdragen niets gevraagd is? Omdat het nu om een Grondwet gaat, die de Europese integratie een nieuwe dynamiek moet geven en daarom door de Nederlandse kiezer gesteund moet worden. Volgens de voorgestelde tekst brengen de Europese volkeren een steeds hechter verbond tot stand. De vraag is: willen we dat, of kiezen we voor herbezinning op wat de Europese integratie ons tot nu toe gebracht heeft.
Voor dat laatste is alle reden, want de Europese regelgeving blijkt in de praktijk een doos van Pandora. In 1997 zette het Securitel-arrest een deel van de Nederlandse wetgeving op losse schroeven, en je kunt je afvragen welke niet voorziene consequenties zo'n uitgebreide tekst als de Europese Grondwet zal krijgen. Zo verbiedt de voorgestelde tekst discriminatie naar geboorte. Dat betekent een afwijzing van de monarchie, zonder dat je weet of en wanneer dat juridische consequenties krijgt. Alleen de omvang en de ondoorzichtigheid van de Europese Grondwet zouden al reden moeten zijn om tegen te stemmen.
Regelmatig worden we geconfronteerd met Europese bemoeienis op een detailniveau dat niemand voor ogen had toen in 1956 Nederland met vijf andere Europese landen de Europese Economische Gemeenschap vormde: de veiligheid van kinderspeeltuinen, de slaapdiensten bij de brandweer, de ladders van de glazenwasser, de subsidiëring van voetbalclubs en van welzijnsorganisaties, de bacteriën in Franse schimmelkazen, de vraag of de kapper onder het hoge of het lage BTW-tarief valt, en of historische zeilschepen nog wel voor het toerisme mogen worden gebruikt.
Maar er zijn ook veel belangrijker dingen waar Europa ons de wet voorschrijft. Wie zich zorgen maakt over de vergroving in de Nederlandse samenleving kan niet om de invloed van de televisie heen. Sinds de invoering van de commerciële televisie gelden overal de kijkcijfers als norm en is op de televisie grofheid troef. Dat hebben we aan Europa te danken, dat Nederland in 1989 dwong RTL-Véronique door te geven via de kabel. De Europese eenwording is verworden tot een voertuig voor het neoliberalisme, en dat wordt in de Europese Grondwet verankerd.
De ontregeling van de Nederlandse Spoorwegen is een gevolg geweest van Europese ideeën over marktwerking. Iets vergelijkbaars dreigt bij de elektriciteitsvoorziening. Door de concurrentie van de Franse atoomstroom zijn er in Nederland een aantal elektriciteitscentrales gesloten, waardoor Nederland afhankelijk geworden is van import uit Frankrijk. Maar wanneer bij schaarste Frankrijk moet kiezen tussen het staken van de export of het doven van de verlichting van de Eiffeltoren, weet ik wel wat er gebeurt.
Er is serieuze twijfel of het nieuwe stelsel voor de gezondheidszorg wel in overeenstemming is met het Europese recht. Er is de dienstenrichtlijn, en we moeten van Europa bij seksuele intimidatie de omgekeerde bewijslast invoeren. De richtlijn voor fijn stof heeft als gevolg dat er in de Randstad geen nieuwe wegen mogen worden aangelegd of mag worden gebouwd. Het gaat hier niet om grensoverschrijdende vervuiling, dus waarom zou elk land niet zijn eigen afweging mogen maken?
Het is een algemeen aanvaard economisch principe dat collectieve beslissingen op een zo laag mogelijk niveau moeten worden genomen, het subsidiariteitsbeginsel. Daarom pleit het nieuwe beginselmanifest van de PvdA op sommige terreinen ook voor minder integratie. Je kunt je afvragen of dat spoort met de Europese Grondwet.
Juist in Europa moet het subsidiariteitsprincipe stringent worden toegepast. Europese landen verschillen in geschiedenis en cultuur, en met de uitbreiding van de Europese Unie wordt dat steeds sterker. Er zijn ook grote verschillen in welvaart, en vaak ook in conjunctuurfase. De belangrijkste reden om juist bij de verhouding tussen de Europese Unie en de lidstaten het subsidiariteitsbeginsel stringent toe te passen, is echter de krakkemikkige Europese democratie.
Dat komt niet omdat het Europese parlement onvoldoende bevoegdheden heeft, maar omdat er geen Europese publieke opinie is en geen Europese politieke partijen. De zogenaamde fracties in het Europarlement zijn samenraapsels van landelijke partijen, en de uitslag van Europese verkiezingen wordt vooral bepaald door de nationale politieke ontwikkelingen.
Het is dan ook een illusie dat de democratie in Europa versterkt zou worden wanneer de positie van het Europarlement wordt versterkt. Europa moet het karakter hebben van een samenwerkingsverband, en niet van een extra bestuurslaag. En daarbij past geen Europese Grondwet.

In Trouw van 26 april 2005.