Zoek op trefwoord :
Edje bedankt!
Verschenen: 30-03-2005

Ik ben nooit zo'n fan van Ed van Thijn geweest. Hij is zo iemand die in de tijd van de het kabinet Den Uyl het allemaal niet links genoeg vond, en later Den Uyl ervan beschuldigde te lang vast te houden aan allerlei linkse uitgangspunten. Hij was de dominee van de anti-discriminatiekerk, die het potentieel van onbegrepen bewoners van achterstandswijken gecreëerd heeft waar Pim Fortuyn zijn electoraat vond. Maar hij heeft bij de stemming in de Eerste Kamer over de grondwetswijziging inzake de benoeming van de burgemeester ons land voor een ramp behoed.
Formeel ging het om een grondwetswijziging die ook nodig is om tot een volledig door de gemeenteraad gekozen burgemeester te komen, zoals de PvdA die wenst. Maar wat heb je eraan die mogelijkheid te creëren wanneer CDA en VVD zich door de zes kamerzetels van D66 laten gijzelen om hoe dan ook een rechtstreeks gekozen burgemeester tot stand te brengen, en dat in een onverantwoord tempo, alleen maar om te voorkomen dat een volgend kabinet dat weer terugdraait. Daarom speelde het punt van 'onomkeerbaarheid' zo'n grote rol in de discussie. Voor dit soort veranderingen is een breed draagvlak nodig, en dat is nu net de reden dat voor een grondwetswijziging in beide Kamers een tweederde meerderheid nodig is.
Intussen is tijdens de discussie over de benoemingswijze van de burgemeester het draagvlak voor rechtstreekse verkiezing onder de bevolking sterk is afgenomen. Dat blijkt uit allerlei enquêtes, waaronder die van Maurice de Hond. D66 heeft de bevolking ook niet naar het Museumplein geroepen om uit woede over het 'regentesk' gedrag van PvdA voor de rechtstreeks gekozen burgemeester te demonstreren. Hoeveel mensen zouden er gekomen zijn? Niet eens alle D66'ers.
De toegenomen scepsis onder de bevolking over de rechtstreeks gekozen burgemeester is goed verklaarbaar. Allerlei (oud-)burgemeesters kwamen vertellen dat het een mooi idee is, maar dat de burgemeester dan wel de baas moet worden in de gemeente. De burgemeester zou zelf de wethouders moeten aanwijzen, en niet langer zou de gemeenteraad moeten kiezen tussen een nieuwe schouwburg of een zwembad. Die keuze zou de burgemeester moeten maken, want anders kan hij zijn programma niet waar maken.
Daarmee verliest de gemeenteraad zijn twee belangrijkste instrumenten: de verkiezing van de wethouders en de vaststelling van de begroting, en krijgt de burgemeester voor een periode van vier jaar alle macht, zonder dat iemand hem tegen kan houden. Het was wat Prins Bernhard in 1972 aan minister-president Biesheuvel adviseerde: stuur de Tweede Kamer gewoon voor twee jaar naar huis. Toen het Romeinse Rijk nog een republiek was, kende het de mogelijkheid om in tijden van nood voor een half jaar de macht in handen van één persoon te leggen. Zo iemand heette een dictator. Nu dreigt dat voor alle Nederlandse gemeenten elke vier jaar opnieuw het systeem te worden, noodsituatie of niet.
Er is dan ook niets regentesks aan de opstelling van de Eerste-Kamerfractie van de PvdA. Alleen aan de oppervlakte gaat de discussie over de benoeming van de burgemeester, in feite gaat hij erover of er een eenhoofdig of een collegiaal gemeentebestuur moet zijn. In die discussie zijn Opstelten en Leers de echte regenten, die nu door Van Thijn de voet zijn dwars gezet. Terecht spreekt het nieuwe beginsel-manifest van de PvdA uit dat volksvertegenwoordigers het vertrouwen in het bestuur moeten kunnen opzeggen (3.4.1), en dat past niet bij het concept van de Prins-Bernhard-burgemeester.
Juist vanwege het regenteske karakter van een rechtstreekse gekozen burgemeester zijn de linkse partijen van dit idee afgestapt, terwijl het juist goed aansluit bij de politieke krachtpatserij die in de mode is bij rechts. Door vast te houden aan de rechtstreeks gekozen burgemeester laat D66 dan ook zien een rechtse partij te zijn.
Voorzover al in politiek geïnteresseerd heeft de Nederlandse kiezer goed doorgekregen dat rechtstreekse verkiezingen een burgemeester opleveren die vier jaar lang met niemand meer rekening hoeft te houden, en daarom is het draagvlak voor rechtstreekse verkiezing sterk geërodeerd. De actualiteitsrubrieken hebben dit sentiment nog versterkt door elke keer bij dit onderwerp met de politieke paria's Nagel en Peper aan te komen, aan wie het publiek al zeker niet de positie van rechtstreeks gekozen burgemeester gunt.
Wouter Bos heeft wel de positie van de PvdA verzwakt door de fractie in de Tweede Kamer ervan af te houden in tweede lezing tegen de grondwetsherziening te stemmen. Hoe dat gegaan is heeft Klaas de Vries op zijn weblog van 9-12 november 2004 beschreven. Nu moest Wouter Bos zich distantiëren van de Eerste-Kamerfractie, net als Femke Halsema van de hare, en dat heeft de PvdA en GroenLinks electoraal geen goed gedaan. De SP had dat probleem niet en is in de peilingen een zetel gestegen.
Inmiddels hebben CDA, VVD en D66 zich opnieuw verenigd rond het thema van de rechtstreeks gekozen burgemeester, maar is men het over de modaliteiten nog niet eens. Zij hebben aangekondigd dat zij bij de parlementaire behandeling van het nieuw in te dienen voorstel tot grondwetswijziging, waarbij zou worden vastgelegd dat de burgemeester rechtstreeks gekozen wordt, 'de dan door hun bereikte overeenstemming over de precieze bevoegdheden en positie van de rechtstreeks gekozen burgemeester' tot uitdrukking te zullen brengen.
Daaruit blijkt niet alleen, dat die overeenstemming er nu nog niet is, maar ook dat de nieuw te benoemen minister van bestuurlijke vernieuwing hier kennelijk geen leidende rol heeft. Hij mag geen Memorie van Toelichting schrijven op het voorstel, want dat gaan de coalitiepartners doen. Of de burgemeester voorzitter van de Raad blijft, en de Raad hoofd van de gemeente, wordt kennelijk door de coalitiepartijen bij amendement ingebracht. En ook of het geen tijd wordt om de verkiezingswijze van de wethouders in de Grondwet vast te leggen.
Wie eerst de verkiezingswijze van de burgemeester wil vastleggen en dan pas diens positie, bewandelt de verkeerde weg. De verkiezingswijze moet uitvloeisel zijn van de positie. Eerst moet duidelijk zijn of de burgemeester boven de partijen staat of deel uitmaakt van de lokale politiek, wat zijn positie is tegenover de gemeenteraad - wanneer die althans blijft bestaan - wat de sancties zijn bij begrotingsoverschrijdingen, of er een eenhoofdig of collegiaal dagelijks bestuur is, en hoe het met de politie gaat. Ik hoop dat het CDA daar alsnog over gaat nadenken, en dat de Prins-Bernhard-burgemeester ons bespaard wordt.

Geschreven voor de website www.gemeentebestuur-info.nl.