Zoek op trefwoord :
Burger niet slimmer dan overheid
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 14-10-2004

Hoe rationeel is politieke besluitvorming? Veel ambtenaren ergeren zich aan politici die op willekeurige wijze hun rationele planvorming doorkruisen. Vooral bij bezuinigingen zie je dat. Is er ambtelijk vastgesteld dat een voorziening nauwelijks gebruikt wordt, of alleen door mensen die het ook wel zelf kunnen betalen, wordt zo'n bezuiniging tegengehouden door de wethouder, of alsnog geschrapt door de gemeenteraad wanneer zich vijf tegenstanders op de publieke tribune laten zien.
Sommige irrationaliteiten hebben het eeuwige leven. Eind jaren negentig bedacht Jan van Zijl, Tweede-Kamerlid voor de PvdA, het AOW spaarfonds. Het was een goed bedoelde poging de betaling van de AOW veilig te stellen, maar het had geen enkel effect, omdat de overheid het gespaarde geld weer aan zichzelf leent, en het geleende geld meetelt bij de inkomsten. Anders zat Zalm nog met een veel groter tekort. Maar het betekent dat wanneer men in de toekomst geld aan het fonds zou willen onttrekken, zal blijken dat het fonds niet bestaat. Toch wordt nog steeds in de miljoenennota uitgerekend hoeveel geld er in het fonds gestort moet worden en hetzelfde bedrag er vervolgens weer uit gehaald.
Dit soort irrationaliteiten voedt onder ambtenaren en adviseurs de neiging om politici zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Daartoe hebben ze bij voorbeeld de programbegroting bedacht. Samenvoeging van gemeenten en deelgemeenten vermindert het aantal politici, en vergroot dus het speelveld van ambtenaren.
Ambtenaren zien daarbij hun eigen opvattingen als zakelijk in plaats van politiek, maar hebben er onvoldoende oog voor dat die opvattingen vaak even zeer waardegebonden zijn. Projecten als de Betuwelijn en de HSL, die heel wat meer kosten dan het papier waarop de stand van het AOW spaarfonds wordt berekend, komen niet voort uit de politiek, maar zijn door ambtenaren bedacht. De inbreng van politici bestond vooral uit het bedingen van extra voorzieningen om de schade voor omwonenden en het landschap te beperken.
Dat betekent niet dat dus de inbreng van de ambtenaren rationeel is en die van politici irrationeel. Het betekent dat beide partijen in het waardenconflict rond de Betuwelijn een andere positie innamen. Intussen was de Betuwelijn voor de ambtenaren op V en W een doel in zichzelf geworden, dat ondanks de opgelopen kosten en wegvallende opbrengsten niet ter discussie mocht worden gesteld. Met rationaliteit heeft dat niet veel te maken.
Kijkend naar de verhoren door de Commissie Duivestein ga je je afvragen of politieke besluitvorming niet altijd irrationeel is, en het niet beter is om wanneer het maar enigszins kan iedereen zijn eigen keuzen te laten maken. Dat past bij de agenda van eigen verantwoordelijkheid en terugtredende overheid die sinds begin jaren tachtig de Nederlandse politiek beheerst. Die eigen verantwoordelijkheid kent uiteraard grenzen bij echte collectieve goederen, maar men vermijdt daarmee wel de irrationaliteit van de politieke besluitvorming.
Wie zo redeneert verliest echter uit het oog, dat individuele besluitvorming al even weinig rationeel is. Welk bier we drinken wordt bepaald door de sfeer die met reclame rond een bepaald biermerk gecreëerd wordt, waarbij men zich heel bewust richt op bepaalde doelgroepen. Voorafgaand aan de liberalisering van de energiemarkt zag je allerlei TV-spotjes waarmee men probeerde stroomleveranciers van een bepaald imago te voorzien, overigens zonder dat veel mensen daardoor van leverancier gewisseld zijn.
Om rationeel van stroomleverancier te wisselen zou je je precies in tarieven moeten verdiepen, en daar zijn veel mensen te lui voor, vooral omdat de meeste componenten van het tarief toch vastliggen. Dus houden ze het bij de leverancier waarin hun gemeentelijke of provinciale energiebedrijf is opgegaan. Misschien zou dat anders zijn wanneer de leveringszekerheid bij verschillende leveranciers verschillend was, maar die hangt af van de netbeheerder, en dat blijft een monopolist.
Foute beslissingen zijn ook niet het privilege van de overheid. Wie heeft er geen kleren in de kast hangen die hij nooit draagt, boeken liggen die hij nooit gelezen heeft, of apparaten staan die hij nooit gebruikt heeft? In de begintijd van de PC werden er via PC privé projecten veel computers aangeschaft waar de eigenaar geen raad mee wist. En dan hebben we het nog niet eens over bioscoopkaartjes voor wat een stierlijk vervelende film blijkt te zijn.
Of het nu gaat om individuele of collectieve beslissingen, er worden dezelfde fouten gemaakt. De directies van de pensioenfondsen geloofden evenzeer in eeuwig stijgende beurskoersen als de legio-losers. Voor wie zich sterk bij de overheid betrokken voelt is het bij al die blunders van de overheid misschien toch een troost: individueel maken we even veel fouten. Maar voor die individuele fouten draaien we wel zelf op, terwijl de fouten van de overheid voor rekening van de belastingbetaler zijn. En je verwacht toch ook dat hoog opgeleide ambtenaren verstandiger zijn dan de individuele consument? Dat de overheid niet slimmer is dan het individu is geen excuus: de overheid zou slimmer moeten zijn.

In Overheidsmanagement oktober 2004