Zoek op trefwoord :
Arme accountants
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 04-08-2004

Accountants bevinden zich in een steeds minder benijdenswaardige positie. Bij elk financieel schandaal, of het nu de provincie Zuid-Holland betreft of Ahold, wordt de vraag gesteld waarom de accountant het niet gezien heeft, en een goedkeurende verklaring heeft afgegeven. Daar komen schadeclaims uit voort, en daar wil de accountant zich tegen veilig stellen.

Nu is het in het geval van Ahold duidelijk dat Van der Hoeven en zijn handlangers de accountants bewust bedrogen hebben, door een ingenieus spel met side-letters, waarbij in brieven die de accountant niet te zien kreeg datgene werd ontkracht dat was afgesproken in brieven die de accountant wel te zien kreeg. Je kunt je afvragen of de accountant dan onvoldoende achterdochtig geweest is, en of dat gebrek aan achterdocht niet mede gevoed is doordat de accountant financieel afhankelijk is van zijn opdrachtgever, maar misleiding moet je toch echt de dader aanrekenen, en niet het slachtoffer.

Om zich hiertegen te weer te stellen, hebben accountants iets nieuws bedacht, de bevestiging bij de jaarrekening. In de Richtlijnen voor de Accountantscontrole van NIVRA en NOvAA is opgenomen onder 580.4: "De accountant dient van de leiding van de huishouding schriftelijke mededelingen te verkrijgen over de feiten en de omstandigheden die voor de jaarrekening van materieel belang zijn en waarvan in redelijkheid niet kan worden verwacht dat hieromtrent andere toereikende controle-informatie beschikbaar is."

De vraag is of dat zal helpen. Eigenlijk vraag je van de gecontroleerde dat hij verklaart de accountant niet misleid te hebben, maar juist wie de accountant misleidt omdat hij anders zijn bonus misloopt, zal er geen moeite mee hebben zo'n verklaring af te leggen. Het doet denken aan computerfabrikant Dell, die aan al zijn klanten vraagt of ze van plan zijn het bestelde te gaan gebruiken voor de productie van massavernietigingswapens. Je vraagt je af wat er gebeurt wanneer iemand daar bevestigend op antwoordt.

Sommige accountants gaan heel ver met wat ze door de gecontroleerde laten verklaren. Je zou zeggen dat een verklaring van het bestuur dat men niet opzettelijk de accountant informatie heeft onthouden die relevant is voor de beoordeling van de juistheid van de jaarrekening, voldoende zou moeten zijn. Maar als penningmeester van een non-profit instelling in Leiden kreeg ik van Deloitte als eis voor een goedkeurende verklaring een lijst van liefst 17 punten voorgelegd, die het bestuur 'naar ons beste weten en overtuiging' moesten bevestigen. Daarvan wil ik er twee apart noemen:

"De instelling heeft voldaan aan alle contractuele verplichtingen, alsmede aan de voorschriften van regelgevende instanties, die bij niet nakoming van materieel belang zouden zijn voor de jaarrekening. " En: "Wij bevestigen de volledigheid van de verstrekte informatie met betrekking tot de identificatie van verbonden partijen en aangaande transacties met deze partijen die materieel zijn voor de jaarrekening. De identiteit van, en de balansposten en transacties met, verbonden partijen zijn juist opgenomen, en indien van toepassing adequaat toegelicht in de jaarrekening."

Dergelijke teksten roepen de vraag op, waar je nu eigenlijk een accountant voor hebt. Het gaat om ingewikkelde kwesties, waarbij we hopen dat de administrateur de goede informatie uit de organisatie heeft gekregen en die juist heeft verwerkt. We hebben geen aanwijzingen dat iemand in de organisatie dat bewust verkeerd gedaan heeft, maar dat wil nog niet zeggen dat we dat ook zonder meer kunnen bevestigen. Er kunnen ook te goeder trouw fouten worden gemaakt, en het is niet de taak van het bestuur om zelf alles na te rekenen. Daar heb je nu juist een accountant voor. De ultieme consequentie van de opstelling van Deloitte is dat men pas een accountantsverklaring wil geven wanneer het bestuur een verklaring van een andere accountant kan overleggen dat er niet geknoeid is. Maar dan is het de vraag wat de verklaring van Deloitte nog toevoegt.

Accountants kunnen er niet onderuit dat het hun taak is om te controleren of de financiƫle positie van de instelling in de jaarrekening juist wordt weergegeven, en of er geen fouten gemaakt zijn bij de weergave van verplichtingen, bij het treffen van voorzieningen, bij onderlinge verrekeningen binnen een groep, en wat niet al. Tegelijkertijd kunnen ze nooit een garantie geven dat ze niet iets over het hoofd zien. Maar ze moeten niet proberen onder hun verantwoordelijkheid uit te komen door hun opdrachtgever bij voorbaat te laten verklaren dat naar zijn beste weten de jaarrekening klopt, om zo elke kritiek te kunnen pareren.

Accountants hebben geen resultaatverplichting maar wel een inspanningsverplichting. Het echte probleem is dat het onduidelijk is wat zo'n inspanningsverplichting voorstelt in een markt waar men elkaar voortdurend probeert te onderbieden.