Zoek op trefwoord :
Europese subsidies zijn ondingen
Verschenen in 'Overheidsmanagement' - 25-01-2004

De tevredenheid over de Europese integratie is in Nederland spectaculair gedaald. Volgens de Volkskrant van 19 december j.l. vindt nog maar 62 % van de bevolking de Europese Unie een goede zaak, tegen 90 % tien jaar geleden. Toen Ronald Plasterk en ik ons in Socialisme & Democratie van november 1992 keerden tegen het Verdrag van Maastricht, waren wij nog roependen in de woestijn. Nu verlangt 74 % van de bevolking terug naar de gulden. De gang van zaken rond het stabiliteitspact roept herinneringen op aan het rampjaar 1672, toen Nederland beschouwd werd als een aanslibsel van Franse en Duitse rivieren.

Men maakt zich in Den Haag dan ook zorgen over het referendum over de Europese grondwet. Weliswaar is die zaak vertraagd, maar de Europese regeringen hebben het nog niet opgegeven, en daarmee dreigt voor onze regeerders nog steeds een afwijzing door de bevolking van een door hun behaald onderhandelingsresultaat. Daarmee zou Nederland, om met Bolkestein te spreken, een pleefiguur slaan.

Niemand verwacht dat het bij het referendum veel uit zal maken wat er nu precies in die grondwet zal komen te staan. Wel of niet een eigen commissaris, de stemverhouding in de Europese Raad, God in de grondwet, het zal de burger allemaal worst wezen. Zoals verkiezingen vooral gaan over de afgelopen kabinetsperiode, zal het referendum gaan over wat Europa ons gebracht heeft. Daarom komt er dit voorjaar een propagandacampagne voor de Europese integratie, op kosten van de belastingbetaler. Tegenstanders van de Europese integratie zullen hun drukwerk zelf moeten betalen.

De vraag is nog, welke argumenten in die campagne gebruikt moeten gaan worden. Alex Klusman van het bureau BKB geeft daar in hetzelfde nummer van de Volkskrant een helder antwoord op. Zijn bureau is reeds eerder ingeschakeld door Buitenlandse Zaken. Dat leidde bij voorbeeld tot het European Dance Event in de Amsterdamse Melkweg. En dan ontkent men nog dat een campagne om aandacht voor Europa te vragen propaganda is.

Wat vindt Klusman? "Het grote verhaal van Europa, de vrede, de Europese gedachte; allemaal waar, maar het werkt niet meer. Laat liever de invloed op ons grotestedenbeleid zien. Dat er met geld uit Brussel projecten worden gefinancierd die anders blijven liggen."

Hier kan ik mij ontzettend kwaad over maken. De vraag is natuurlijk waarom die projecten anders zouden blijven liggen. Dat kan niet zijn omdat er anders geen geld is. Nederland draagt meer geld af aan de Europese Unie dan het ontvangt, en wanneer Nederland geen lid zou zijn van de Europese Unie, hield het plenty geld over voor die prachtige projecten in de grote steden. De vraag is alleen, of dat geld daar ook aan besteed zou worden, of dat Nederland andere prioriteiten zou stellen. Maar in dat laatste geval rijst toch de vraag, waarom men in Brussel beter kan beoordelen hoe we in Nederland ons belastinggeld moeten besteden dan in Den Haag.

De Europese subsidies zijn een sigaar uit eigen doos, en het getuigt van een zeldzame onderschatting van de kiezer, dat die zich dat niet zou realiseren. Toch worden die subsidies vaak verdedigd met het argument dat ze Europa dichter bij de burger zouden brengen. Men probeert zo de burger met zijn eigen geld om te kopen om de Brusselse bureaucratie te steunen.

De Europese subsidies zijn een schoolvoorbeeld dat men zich in Brussel veel te veel met de interne gang van zaken in de lidstaten bemoeit. In federatieve staten als Zwitserland, Duitsland en de USA is de buitenlandse politiek en de defensie een zaak van de federatie, en laat men de binnenlandse politiek zoveel mogelijk over aan de lidstaten. In Europa is dat andersom: daar heeft elk land een eigen zetel in de Verenigde Naties, en richt de Brusselse bureaucratie zich daarom op de BTW op schoenreparaties en de veiligheid van wipkippen. Pro-Europeanen zijn er trots op dat 70 % van de wetgeving uit Brussel komt, maar 30 % lijkt mij meer dan genoeg.

Intussen zijn de condities voor Europese subsidies zodanig restrictief, dat gemeenten er niet graag een beroep op doen. De procedures zijn omslachtig, je moet hoe dan ook de helft betalen van een project dat niet je hoogste prioriteit heeft, en het risico dat je het geld terug moet betalen is levensgroot aanwezig. Ik denk dat de Europese subsidies bij veel bestuurders het besef hebben doen rijzen dat de Europese integratie een doos van Pandora is, waar de ene onzinmaatregel na de andere uit voortkomt.

Nederland streeft terecht naar een begrenzing van het saldo van de Europese lasten en inkomsten. Laat dat betrekking hebben op de feitelijke inkomsten, niet op de trekkingsrechten. Dan betekent minder gebruik van Europese subsidies dat Nederland ook minder aan Europa hoeft af te dragen. Maar dan kun je die subsidies beter niet gebruiken om Europa te verkopen aan de burger.

In: Overheidsmanagement januari 2004