Zoek op trefwoord :
Als het niet kan zoals het moet
Verschenen: 15-06-2002

Twee berichten uit het Leidsch Dagblad van 25 maart. In Antwerpen is een vrouw van 79 opgepakt vanwege het illegaal storten van vuil. Ze was namelijk de vogeltjes aan het voeren. En in Enschede hechten ze tegenwoordig zo aan het handhaven van de wet, dat de leraren op het Stedelijk Lyceum hun arbeidstijden moeten bijhouden.

Dan kan worden nagegaan of wie tot tien uur ’s avonds een leerlingenactiviteit heeft begeleid, niet de volgende dag om half negen alweer voor de klas staat, want dan heeft hij niet de wettelijk voorgeschreven elf uur onderbreking van zijn werk gehad. En ook kan worden nagegaan of een leraar niet op zondag proefwerken nakijkt, want ook dat mag niet.

Met zulke wetten kweek je wetsovertreders, en dat is dus ook wat er in Nederland op grote schaal gebeurt. Er zijn nu drie gevallen aan het licht gekomen waarin een hele sector zich min of meer aan wetsovertreding schuldig maakt. De arbeidsbureaus gebruikten op grote schaal Europese subsidies voor andere zaken dan waarvoor men ze in Brussel had bedoeld. In de bouw is men doorgegaan met een systeem van onderling toekennen van rekenvergoedingen, dat vanuit datzelfde Brussel verboden was. En HBO-scholen claimden vergoedingen voor studenten aan commerciële neveninstellingen alsof het reguliere studenten waren.

Er is een opmerkelijke overeenkomst tussen deze drie gevallen. Ze zijn alledrie aanleiding voor een constante stroom van krantenberichten, waarbij het eerst lijkt alsof er sprake is van een incidenteel geval van misbruik, terwijl het naderhand min of meer geïnstitutionaliseerd blijkt te zijn. Er zijn adviesbureaus die de instellingen ondersteunen, en in het geval van de bouw blijkt meewerken aan de illegale praktijken zelfs genoemd in een functiebeschrijving die deel uitmaakt van een door de Minister van Sociale Zaken algemeen verbonden verklaarde CAO.

De oud-politici Brinkman en Leijnse, voorzitters van de koepelorganisaties voor resp. de bouw en het HBO, weten niet hoe ze moeten reageren, en maken de indruk zelf niet goed te weten hoe het er in de sector toegaat. De betreffende ministers zijn al even onkundig, maar het heeft er veel van dat naarmate men op de departementen lager in de hiërarchie komt, men beter op de hoogte is, maar ook meer begrip heeft dat een kat in het nauw rare sprongen maakt.

Arbeidsbureaus en HBO-instellingen waren nu eenmaal het slachtoffer van twintig jaar bezuinigen onder vijf kabinetten Lubbers-Kok, en niemand vertelde de aannemers hoe het wel moest. "Daar moet je het bestuur niet mee belasten", zeiden de ambtenaren tegen elkaar. "Dat moet je niet willen weten", dachten de bestuurders.

Het is nu zo’n twintg jaar geleden dat de CDA-politicus Jan de Koning zei: "Als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan." Dat is dus wat ze in de bouw, bij de arbeidsbureaus en bij het HBO gedaan hebben. Maar daarmee treedt wel een vermolming van de rechtsstaat op. Daarom moeten politici zich veel meer zorgen maken of het wel kan zoals zij denken dat het moet. Laat men maar eens beginnen de onderwijssector ontheffing van de Arbeidstijdenwet te geven.

In: Openbaar Bestuur juni/juli 2002