Zoek op trefwoord :
De sociale zekerheid in de verkiezingsprogramma’s
Verschenen: 11-03-2002

Op 15 mei zijn er verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer. Politieke partijen bereiden zich daarop voor met (meestal) uitgebreide verkiezingsprogramma’s, waarin ze over de hele breedte van het rijksbeleid proberen aan te geven wat hun intenties zijn. Hoewel er weinig kiezers zijn die die programma’s allemaal lezen, kunnen afzonderlijke punten uit verkiezingsprogramma’s soms een grote rol gaan spelen in de campagne. Het voorstel van het CDA in 1994 om de AOW net als andere sociale uitkeringen te bevriezen, heeft een grote bijdrage geleverd aan de verkiezingsnederlaag die die partij dat jaar moest incasseren, en daarmee aan de komst van de paarse kabinetten.

Verkiezingsprogramma’s liggen ook ten grondslag aan regeerakkoorden. Hoewel veel maatschappelijke organisaties zich bij de kabinetsformatie met hun boodschap wenden tot de (in)formateur, moet deze toch in de eerste plaats trachten een brug te slaan tussen de opvattingen van de partijen die aan een kabinet zullen deelnemen. Daarom kan men vanuit verkiezingsprogramma’s een indruk krijgen over wat er in een nieuw regeringsprogramma zal komen te staan, afhankelijk van de samenstelling van een nieuw kabinet.

In het volgende is daarom samengevat wat er over de sociale zekerheid te vinden is in de concept-programma’s van de partijen die thans vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer, aangevuld met Leefbaar Nederland. Half januari waren definitieve teksten nog niet beschikbaar, ook niet bij partijen die toen wel al hun partijcongres over het programma gehad hadden.

Ik heb mij bij de weergave van de programma’s gericht op hoogte, vormgeving en organisatie van de bijstand, maar ook op een aantal gerelateerde onderwerpen, zoals de inkomensafhankelijke regelingen, gesubsidieerd werk, en de overige uitkeringen. Het is de bedoeling om wanneer er eenmaal een regeerakkoord ligt, op dit overzicht terug te komen.

Niveau uitkeringen


Geen van de partijen kiest in zijn concept-programma voor een verlaging van de uitkeringen. PvdA, D66, en ChristenUnie kiezen expliciet voor handhaving van de koppeling van het sociaal minimum aan de algemene loonontwikkeling, de SGP ook, zij het alleen bij een gematigde loonontwikkeling, en bij de VVD lezen we in ieder geval nog dat mensen met een uitkering er niet op achteruit gaan.

Bij het CDA heb ik zo’n uitspraak niet kunnen vinden. Het CDA spreekt zich wel bij de AOW uit voor welvaartsvastheid. Volgens het CDA moet meer dan in het verleden ‘de overheid naast de lagere inkomens rekening houden met de middeninkomens’. Daarin klinkt geen prioriteit door voor armoedebestrijding.

Er zijn ook partijen die het minimumniveau willen verhogen. Leefbaar Nederland vindt dat de koopkracht van mensen met een minimuminkomen tot modaal in elk geval evenredig en zo mogelijk extra moet worden verhoogd. GroenLinks ziet ruimte voor verhoging van de uitkeringen en voor gerichte lastenverlichting voor de laagste inkomens.

De SP is hier het concreetst. Die wil een verhoging van de bruto-uitkering met 5 % en daarbovenop voor € 402 lastenverlichting (de helft van de arbeidskorting). De SP wil ook dat het minimumloon en de bijstand gelden vanaf 18 jaar. Bij meevallende economische groei zou het sociale minimum extra moeten worden verhoogd.

Daarnaast wijzen veel partijen op de problemen van mensen die langdurig op het minimumniveau zitten, zoals chronisch zieken en gehandicapten, en bepleiten veel partijen een inkomensverbetering voor mensen met kinderen. Het onderkennen van het probleem wil overigens niet altijd zeggen dat men ook concrete maatregelen bepleit. Zo constateert de PvdA armoede bij wie jaren op een uitkering is aangewezen, maar bepleit men alleen concrete verbeteringen voor mensen met chronische ziekten en handicaps en voor mensen met kinderen.

Het CDA wil maatwerk voor mensen die langdurig op een bijstandsuitkering of andere minimumuitkering zijn aangewezen, waarvoor de gemeente de meest aangewezen instantie is. De ChristenUnie noemt daarbij met name de vroeggehandicapten. Overigens mogen gemeenten van deze partij een eigen minimabeleid voeren zolang dit niet tot onrechtvaardige verschillen tussen gemeenten leidt, wat een weinig operationeel criterium lijkt.

Specifieke maatregelen voor gehandicapten en chronisch zieken worden bepleit door PvdA, D66, GroenLinks en SP. De PvdA wil hun mogelijkheden om buitengewone lasten af te trekken verruimen, terwijl de SP de arbeidsongeschiktheidsregeling voor jong gehandicapten (Wajong) ook open wil stellen voor mensen die na hun 18e gehandicapt raken.

Plichten


Naarmate partijen minder geneigd zijn de uitkeringen en de overige faciliteiten op het minimumniveau te verruimen, zijn ze meer geneigd de plichten van uitkeringsgerechtigden te benadrukken. De VVD wil dat het CWI bij werkweigering sancties kan opleggen en dat mensen ouder dan 57 ½ niet langer worden vrijgesteld van de sollicitatieplicht. Het CDA pleit in zijn algemeenheid voor streng optreden tegen misbruik. PvdA en D66 benadrukken het belang van het korten op de uitkering van cursisten van inburgeringscursussen die voortijdig afhaken.

Het CDA wil ook meer toezicht van het Rijk op de uitvoering van de bijstand, terwijl VVD en D66 juist pleiten voor een groter financiële verantwoordelijkheid voor de gemeente. D66 wil dat dat belang minimaal 50 % wordt. Bij de VVD roept dit standpunt de vraag op, hoe een grotere financiële verantwoordelijkheid voor de gemeente zich verhoudt met overdragen van het sanctiebeleid aan het CWI, en of de gemeente wel voldoende mogelijkheden heeft die verantwoordelijkheid te dragen wanneer tegelijkertijd de OZB wordt afgeschaft, zoals de VVD wil.

Armoedeval


Bijna alle partijen schenken aandacht aan de armoedeval, ook die partijen die benadrukken dat wie meerdere jaren van een uitkering leeft tot armoede vervalt. Om de armoedeval te bestrijden willen PvdA en VVD een verdere verhoging van de arbeidskorting.

Het CDA is van mening dat de armoedeval de afgelopen jaren in omvang is toegenomen. Het wil daarom bestaande inkomensafhankelijke regelingen omvormen tot een stelsel van inkomensafhankelijke heffingskortingen. Ook D66 wil inkomensafhankelijke regelingen vervangen door een heffingskorting die afloopt naarmate men meer verdient.

In het voorstel van het CDA verdwijnt ook de huursubsidie, en ‘wordt passend wonen beloond’. De keerzijde daarvan is dat niet passend, d.w.z. te duur wonen wordt afgestraft, althans door huurders. De oorspronkelijke functie van de huursubsidie verdwijnt daarmee, het wordt moeilijker om voor mensen in stedelijke herstructureringsgebieden nieuwe huisvesting te vinden, en in wijken met lage huren zal de bevolkingsopbouw nog eenzijdiger worden.

De vraag is natuurlijk ook, of een opeenstapeling van inkomensafhankelijke heffingskortingen bij de lagere inkomens toch niet tot een hele hoge marginale druk leidt, terwijl CDA en D66 tegelijkertijd streven naar lagere tarieven, en dus ook naar een lager marginaal tarief bij hogere inkomens.

De VVD wil de OZB afschaffen, omdat daarmee de bijdrage van de kwijtschelding aan de armoedeval wordt weggenomen. De VVD kiest niet voor deze benadering bij de afvalstoffenheffing en het rioolrecht, terwijl die heffingen juist voor mensen met lage inkomens vaak hoger uitpakken. Ook kiest men er niet voor alle heffingen bij de eigenaar te leggen en deze de mogelijkheid te geven ze in de huur te verwerken, waarmee het probleem van de kwijtschelding ook zou zijn opgelost.

Opmerkelijk is dat ook GroenLinks en de SP geloven in de werking van de armoedeval, hoewel zij klagen over de toegenomen inkomensverschillen. Beide patijen willen de inkomensverschillen aan de onderkant vergroten. GroenLinks verwacht dat een gerichte lastenverlichting voor de lage inkomensgroepen mensen die nu nog niet werken zal stimuleren om te gaan werken. Het zal ook deeltijdarbeid stimuleren.

De SP kiest in navolging van de rechtse PvdA’er Van Wijnbergen voor een inkomensafhankelijke arbeidskorting, ‘terugtaks’ genaamd, te financieren door opheffing van de SPAK regeling voor ondernemers die hun werknemers weinig betalen. De SP weet ons precies te vertellen dat daardoor het aantal werkenden met 50.000 zal stijgen.

Alleen de SGP lijkt niet onder de indruk van de verhalen over de armoedeval. Die partij wil juist een ‘betere benutting van de ruimte tussen minimumloon en de laagste CAO-schalen’.

Gezinnen met kinderen


Bijna alle partijen bepleiten specifieke maatregelen voor gezinnen met kinderen, soms in het kader van de bijstand, vaak daarbuiten, maar wel met relevantie voor de financiële positie van bijstandsgezinnen. Daarbij lopen allerlei beleidsdoelstellingen door elkaar heen. Het gaat om armoedebestrijding, het vermijden van de armoedeval, maar ook om het vergroten van de arbeidsparticipatie van vrouwen. ChristenUnie en SGP stellen daarentegen maatregelen voor waardoor de arbeidsparticipatie van vrouwen juist minder gestimuleerd wordt.

Zo willen deze twee partijen de sollicitatieplicht voor alleenstaande ouders met kinderen tot resp. 18 en 16 jaar laten vervallen, waarbij zij overigens steun krijgen van de SP. Deze partij wil ook geen sollicitatieplicht in gevallen waarin werknemers recht hebben op zorgverlof. Wel wil de SP de mogelijkheden voor alleenstaande ouders om te werken verruimen, zoals door kinderopvang.

De SGP wil de bijstandnorm voor alleenstaande ouders ophogen tot 100 %. Ook GroenLinks wil een specifieke verbetering voor deze groep. PvdA, CDA, SP, en ChristenUnie pleiten voor een inkomensafhankelijke kinderkorting of kinderbijslag. Voor de PvdA komt dit bovenop de bestaande regelingen, voor de SP komt het in de plaats van de bestaande inkomensonafhankelijke kinderbijslag, waardoor de kinderbijslag voor de laagstbetaalden met € 272 per jaar omhoog zou gaan.

ChristenUnie en SGP willen de bestaande subsidieregeling voor kinderopvang omzetten in een vrij te besteden bedrag per kind, al dan niet inkomensafhankelijk. "Het is merkwaardig dat de overheid alleen bijdraagt aan kosten van kinderopvang die door werknemers worden gemaakt." Dit is uiteraard zeer gunstig voor gezinnen waar slechts een of geen der ouders betaald werk verricht. De ChristenUnie wil daarbij ook de kindertabel voor de huursubsidie betrekken.

Het CDA denkt ook in deze richting, maar gaat minder ver. Deze partij wil verhoging van de kinderbijslag en een algemene inkomensafhankelijke kinderkorting. Ook worden de extra kosten voor kinderen in de huursubsidie en de zorgverzekering overgeheveld naar deze regelingen. Daarnaast wil het CDA wil de subsidie voor de kinderopvang de vorm van een specifieke kinderkorting geven.

De ouders kunnen daarmee ‘de erkende opvangvorm kiezen die het meest bij hun past.’ Kennelijk valt opvang door de ouders zelf niet onder die erkende opvang, want het CDA denkt zo 100.000 plaatsen extra te kunnen realiseren, wat genoemd wordt als eerste topprioriteit. Dat moet ook bijdragen aan een verhoogde arbeidsparticipatie van vrouwen.

PvdA en GroenLinks willen meer kinderopvang zonder een dergelijke stelselherziening, waarbij vooral GroenLinks aandacht vraagt voor de tussen- en naschoolse opvang. Voor GroenLinks mag die opvang niet afhankelijk zijn van de CAO.

De VVD wil de ouderbijdrage in de kinderopvang fiscaal faciliteren. "De feitelijke ouderbijdrage zal in mindere mate worden afgeleid van het inkomen, en meer bepaald worden door gemaakte keuzes en de prijs van kinderopvang op de markt. Dat maakt kinderopvang effectiever, omdat de marginale beloning van het werken stijgt." Bent u daar nog? Hiervoor zou een extra budget van € 91 miljoen beschikbaar worden gesteld.

D66 wil de afschaffing van de individuele heffingskorting voor de niet-werkende partner, om zo de arbeidsdeelname van vrouwen verder te stimuleren. Deze partij toont zich daarmee de meest uitgesproken tegenhanger van SGP en ChristenUnie.

Gesubsidieerde arbeid


Er zijn opmerkelijke verschillen in de visie op gesubsidieerde arbeid. De PvdA is overtuigd van de betekenis van gesubsidieerde arbeid, ook wanneer mensen niet doorstromen. Andere partijen maken een scheiding tussen aan de ene kant de WIW en de ID banen, en aan de andere kant de WSW. Bij het eerste type banen pleiten CDA, D66, SP en ChristenUnie op een of andere manier voor het omzetten in reguliere banen, terwijl CDA en D66 voor uitbreiding van de WSW pleiten, en de SP vooral voor een socialere uitvoering van de WSW. Het CDA ziet de WSW als sluitstuk van de bijstandswet.

De VVD wil het aantal ID-banen handhaven,en de WIW omzetten in reïntegratiebudgetten. GroenLinks heeft als het over gesubsidieerde arbeid gaat even geen mening, net als Leefbaar Nederland, en de SGP komt niet verder dan pleiten voor voldoende voorzieningen voor gehandicapten, ‘incl. zinvolle en verantwoorde dagbesteding’.

AOW


Alle partijen vinden dat de AOW als (welvaartsvast) basispensioen moet blijven bestaan. De SP kiest daarbij voor een verhoging als uitvloeisel van de voorgestane verhoging van het minimumloon. De meeste partijen leggen een relatie tussen de financiering van de AOW en de afbouw van de staatschuld en de vergroting van de arbeidsparticipatie. Alleen de SP ‘geeft voorrang aan het inlossen van de maatschappelijke schuld boven de staatsschuld’.

Leefbaar Nederland wil om de AOW te garanderen een premie heffen over de AOW-uitkering (b.v. 10 %) die gecompenseerd wordt met een hogere uitkering (b.v. € 113 per maand). Zolang de AOW voor iedereen even hoog is, ontgaat mij het nut hiervan, waarschijnlijk bedoelt men een premie die geheven wordt over het hele pensioen.

WW en WAO


Het is opmerkelijk hoe weinig er in de programma’s over de werkloosheidswet staat. Kennelijk wordt het functioneren daarvan bij de huidige lage instroom niet als een probleem ervaren. De vraag is of dat zo zal blijven wanneer grote bedrijven doorgaan zich in het huidige tempo van personeel te ontdoen. De VVD claimt een verlaging van de premie vanwege het lagere volume, en de door deze partij bepleite

sollicitatieplicht voor mensen boven 57 ½ is uiteraard ook hier van toepassing. VVD en D66 willen dat de belastingdienst alle sociale premies int.

Des te meer staat er in de programma’s over de WAO. Daarbij richten sommige partijen zich vooral op preventieve maatregelen, andere op het uitkeringsstelsel. PvdA, GroenLinks, SP, ChristenUnie en SGP hekelen op een of andere manier de toegenomen prestatiedruk. De oplossingen daarvoor zijn overigens niet hetzelfde. GroenLinks en de SP willen meer faciliteiten voor deeltijdarbeid, ChristenUnie en SGP willen vooral het werken op zondag tegengaan. Ook de SP wil af van de koopzondagen.

De zorg om de prestatiedruk gaat overigens bij de PvdA samen met zorg om de stagnerende stijging van de arbeidsproductiviteit, en bij de ChristenUnie met de behoefte gedeeltelijk arbeidsongeschikten te verplichten ook buiten de eigen regio een baan aan te nemen.

VVD en CDA willen vooral wijzigingen in het uitkeringsstelsel. Beide partijen, maar ook GroenLinks, willen verlenging van de loonbetalingsplicht bij herstelkansen tot twee jaar. Ook D66 wil meer financiële prikkels voor werkgevers om mensen aan het werk te houden. De VVD wil bovendien afschaffing van de laagste klassen in de arbeidsongeschiktheid en invoering van een referte-eis.

De PvdA pleit juist voor behoud van het recht op een uitkering voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten, maar wil vooral het recht op werk van deze categorie benadrukken, door een betere bescherming tegen ontslag. De financiële prikkels voor werkgevers moeten volgens de PvdA gehandhaafd worden, en werknemers kunnen een bonus krijgen bij werkaanvaarding.

GroenLinks en de SP en in mindere mate de PvdA vragen aandacht voor het functioneren van de arbo-diensten. De SP wil deze in overheidshanden brengen, GroenLinks wil speciale aandacht voor bedrijven met een hoge uitval naar de WAO. Deze twee partijen willen ook hogere uitkeringen voor volledig arbeidsongeschikten. De SP wil juist af van de risico’s die werkgevers op dit moment lopen, omdat die voor werknemers met een handicap contraproductief zijn.

PvdA, GroenLinks en ChristenUnie pleiten voor een persoonsgebonden reïntegratiebudget. De SP wil werkgevers verplichten tot het in dienst nemen van mensen met een handicap, de SGP vindt dat de overheid daarbij een voorbeeldfunctie heeft. Leefbaar Nederland wil in het bijzonder arbeidsongeschikten uit het onderwijs parttime aan het werk zetten, met het geven van computerbijles.

In: Sociaal bestek maart 2002