Zoek op trefwoord :
Het Openbaar Ministerie een criminele organisatie?
Verschenen: 17-10-2001

Sinds de rampen in Enschede en Volendam is de strafrechtelijke vervolgbaarheid van overheden weer volop in discussie. Binnen een week na de brand in ’t Hemeltje liet de Officier van Justitie al weten dat het hem speet dat de Hoge Raad een strafvervolging wegens onvoldoende uitoefenen van de controletaak onmogelijk had gemaakt, omdat het daarbij ging om een specifieke overheidstaak.

In andere gevallen kunnen lagere overheden wel vervolgd worden. Daarbij legt het Openbaar Ministerie opvallend weinig wijsheid aan de dag. Ooit werd de gemeente Tilburg vervolgd – en door de kantonrechter zelfs veroordeeld – voor het aanbrengen van verkeersdrempels, aangezien men daarmee het verkeer belemmerde. Justitie voert ook een merkwaardige guerrilla tegen gemeentebesturen die kerstboomverbrandingen organiseren, hoewel daar een duidelijk publiek doel mee gediend is.

Een merkwaardig gevolg van de niet-vervolgbaarheid van overheden bij zuivere overheidstaken, is dat daarmee de betreffende ambtenaren en bestuurders ook niet vervolgbaar zijn. Helemaal duidelijk zijn de criteria daarbij overigens niet: politie-agenten zijn wel vervolgbaar voor dood door schuld, ook wanneer zij optreden onder het gezag van de burgmeester of de officier van justitie.

Verruiming van de vervolgbaarheid van overheden had de vraag opgeroepen, of er bij het nalaten van bestuurlijk toezicht sprake is van een misdrijf, hetzij door een betrokken ambtenaar of bestuurder, hetzij door de gemeentelijke organisatie als zodanig. In het laatste geval had dat nog wel het probleem opgeroepen wat dan de straf moet zijn, een hoge geldboete, die consequenties heeft voor de hoogte van de OZB, of een lage met alleen een symbolische betekenis. In Volendam zou voor het eerste nog wel wat te zeggen zijn, bij wijze van straf voor het stemmen op de lokale partij VD 80, maar zo treft men toch ook veel onschuldigen.

Bij een dergelijke strafvervolging komt echter onherroepelijk de vraag op hoe het zit met de strafbaarheid van het OM zelf. Niet alleen het bestuurlijk toezicht faalde, ook het strafrechtelijke, al was het maar vanwege de vele benedenzestienjarigen tegen wier aanwezigheid in het café niet werd opgetreden.

Zoiets geldt ook in het verkeer, waar de pakkans bij snelheidsovertredingen nog steeds minimaal is. Tot hoeveel extra slachtoffers dat per jaar leidt, valt moeilijk te berekenen, maar het zullen er al snel meer zijn dan het aantal slachtoffers in Enschede en Volendam samen. Daarbij gelden budgettaire argumenten niet als excuus; die accepteert het OM ook niet bij gemeenten.

Wanneer het OM als onderdeel van de staat vervolgbaar is roept dat nog meer vragen op. Regelmatig blijkt het OM zelf niet integer te handelen. Valsheid in geschrifte, misleiding, onwettige vrijheidsbeneming, het is aan de orde van de dag. De rechter reageert daarop door de verdachten van strafvervolging te ontslaan, ook wanneer men van de schuld van de verdachte overtuigd is. Dat geldt als straf voor het OM. Maar strafrechtelijke vervolging van de betreffende officier of van het OM als zodanig zou dan toch meer voor de hand liggen dan een beloning voor de verdachte. Er zou dan ook een boete moeten worden opgelegd aan de staat. Om te voorkomen dat het vestzak-broekzak wordt zou die boete het best gestort kunnen worden in het gemeentefonds, als tegenhanger voor de boetes die de gemeenten aan het rijk moeten betalen.

Maar dan moet ook de vraag naar de stafrechtelijke vervolging van rechters aan de orde komen. De verschillende rechters die meegewerkt hebben aan de veroordelingen in de Puttense verkrachtingszaak, moeten die niet veroordeeld worden wegens onwettige vrijheidsbeneming? Hun verantwoordelijkheid is directer dan die van de gemeentebesturen in Enschede en Volendam. En zeg niet dat er dan niemand meer rechter meer wil worden: dat argument accepteren we ook niet bij vrachtwagenchauffeurs en chirurgen die in hun beroep een fout maken.

Maar het gaat nog verder. Wanneer we zien hoe vaak het OM over de schreef gaat, moet het OM zelf dan niet als een criminele organisatie worden aangemerkt? Zodat iedereen vervolgd moet worden die in dienst van het OM staat? En betekent dat niet dat de Nederlandse staat een criminele organisatie is, omdat dat de rechtspersoon is waarvan het OM deel uitmaakt?

Wellicht dat een onafhankelijke rechter ooit die conclusie zal moeten trekken. Maar vanwege de consequenties die dit heeft zou men dan toch ergens in deze redenering een verschil moeten maken tussen de overheid en een willekeurig bedrijf.

Openbaar bestuur oktober 2001