Zoek op trefwoord :
De OZB moet blijven
Verschenen: 15-12-2001

Volgens het ontwerp-verkiezingsprogramma van de VVD moet de onroerende-zaakbelasting worden afgeschaft. Dat betekent lastenverlichting voor de burgers, terwijl de gemeenten gecompenseerd kunnen worden via het gemeentefonds. Iedereen blij!

Toch hoop ik dat dit voorstel niet zal worden uitgevoerd. Voor lastenverlichting is afschaffing van de OZB niet nodig, men kan het extra bedrag dat in het gemeentefonds zou moeten worden gestort ook gebruiken om de inkomstenbelasting of de BTW te verlagen. De echte vraag is, of het goed is dat de gemeenten over een eigen belastinggebied beschikken, en of het vastgoed een geschikte basis voor belastingheffing is.

Het tarief voor de OZB is niet in alle gemeenten even hoog. Dat irriteert sommige mensen omdat het een inbreuk vormt op hun gevoel voor rechtsgelijkheid. Maar juist het verschil in tarieven rechtvaardigt een gemeentelijke belasting. Zo’n belasting stelt een gemeentebestuur in staat tot fine-tuning van het voorzieningenniveau.

Op macro-niveau bepaalt het Rijk de hoogte van de collectieve voorzieningen. Vanuit de Tweede Kamer kun je echter niet overzien wat er in 500 gemeenten in Nederland precies aan de hand is. Lokale omstandigheden kunnen verschillen, lokale opvattingen welke voorzieningen nodig zijn ook, en op lokaal niveau zijn sommige noden beter zichtbaar dan op rijksniveau.

Ook vóór de decentralisatie van de onderwijshuisvesting besteedden veel gemeenten daar meer aan dan ze van het Rijk kregen, ondanks de doorberekeningssystematiek. Gemeenten waren bereid geld op tafel te leggen voor nieuwe brandweerkazernes en voor professionalisering van de brandweer, terwijl tot mei 2000 veiligheid en rampenbestrijding bij het Rijk geen enkele prioriteit hadden.

Wanneer de OZB wordt afgeschaft zullen door het verschil in tarieven sommige gemeenten geld overhouden aan de compensatie in het gemeentefonds, en anderen daaraan tekort komen. De gemeenten die geld overhouden zullen dat gaan gebruiken voor nieuwe uitgaven, waaraan de gemeenteraad tot dan toe onvoldoende prioriteit gaf. Daar gaan dus de collectieve uitgaven omhoog, wat toch niet erg overeenkomt met de doelstellingen van de VVD.

Moeilijker is de positie van de gemeenten die geld tekort komen. Die zullen moeten bezuinigen, maar dat vanwege lang lopende verplichtingen niet altijd kunnen. Op het ministerie van Binnenlandse Zaken kunnen ze zich dus voorbereiden op een stortvloed van art.-12 aanvragen. De rem daarop vanwege het minimum OZB-niveau dat geldt voor art.-12 gemeenten verdwijnt ook. Een significant gedeelte van de extra storting in het gemeentefonds zal dus opgaan aan aanvullende uitkeringen. En daarmee neemt de compensatie voor de gemeenten die daar niet voor in aanmerking komen af, wat weer nieuwe aanvragen uitlokt.

Afschaffing van de OZB zal zo tot een veel grotere bemoeienis van het Rijk met de gemeenten leiden, en de bestaande tendens bij het Rijk nog versterken om zich gedetailleerd met het gemeentelijk beleid te bemoeien, onder het hanteren van Orwelliaanse termen als transparantie. Daarbij zullen dan weer allerlei beleidsregels gaan gelden. Zo worden de gemeenten gefrustreerd in hun mogelijkheden tot fine tuning.

Het schijnt dat het initiatief om de afschaffing van de OZB in het VVD-verkiezingsprogramma op te nemen, is gekomen van de VVD-wethouders financiën van de grote steden. Die vinden het vervelend om hun kiezers steeds maar uit te moeten leggen waar die belasting eigenlijk voor nodig is. Maar dat is natuurlijk juist het goede van een gemeentelijke belasting. Die dwingt gemeentebestuurders ertoe om een afweging te maken tussen voorzieningenniveau en lastendruk, en het resultaat van die afweging te verdedigen. Als ze dat niet willen moeten ze een andere baan kiezen.

Nu zitten er aan de OZB ook wel vervelende kantjes. De hertaxaties leiden tot schokken, maar er is inmiddels een heel instrumentarium ontwikkeld om dat te verzachten. De OZB is ook de enige belasting die van mensen aan de onderkant van de maatschappij op aanslag wordt geheven. Dat heeft tot een hele kwijtscheldingsbureaucratie geleid, met als toppunt van gekkigheid dat ook wie de OZB wordt kwijtgescholden, toch recht heeft op een Zalmsnip. Dat kun je oplossen door de OZB alleen nog maar van eigenaren te heffen.

Maar een groot voordeel van de OZB is dat er niet mee te frauderen valt. De heffing is afhankelijk van iemands welstand, maar houdt geen straf op werken in. Wanneer de gemeenten geen OZB meer mogen heffen, zal het Rijk dat al snel zelf gaan doen.

In: Openbaar Bestuur december 2001