Zoek op trefwoord :
Een beleidsfout van 41 miljard
Verschenen in 'Intermediair' - 22-03-2001

In de zomer van 1999 stond bestuurlijk Nederland op zijn kop door het riskante beleggingsbeleid van de provincie Zuid-Holland. Dat leverde de provincie een strop op van enige tientallen miljoenen, en leidde tot het ontslag van de verantwoordelijke ambtenaren. Vier bestuurders moesten aftreden, mede omdat men in de landelijke pers zijn oordeel snel klaar had.

Vorig jaar is de Nederlandse staat echter door verkeerd om te gaan met haar beleggingen het duizendvoudige kwijt geraakt. Dat heeft niet geleid tot het aftreden van enige bestuurder. Er wordt nauwelijks over geschreven, en wanneer er al kamervragen over gesteld worden, halen ze de krantenpagina’s niet.

Het gaat hier om het veilen van de UMTS frequenties. UMTS is een nieuwe techniek die mobiel bellen en internet combineert. Begin vorig jaar werd verwacht dat het gouden bergen zou opleveren. Door de betreffende frequenties te veilen, zou aan de ene kant de Nederlandse staat een grote opbrengst kunnen genereren, terwijl aan de andere kant de veilingprocedure ervoor zou zorgen dat de frequenties gebruikt konden gaan worden door die bedrijven die de beste plannen hadden, waar het publiek alleen maar gebaat bij was.

In Nederland leverde de veiling de staat ƒ 5,7 miljard op, een teleurstellend bedrag in verhouding tot de ƒ 111 miljard die de Duitse regering binnen haalde. Er is inmiddels een onderzoek gaande waarom Nederland de veiling niet meer opbracht.

Vorige maand verscheen echter een artikel in Economisch-Statistische Berichten (23-2-2001) waaruit bleek dat het totale effect zowel voor de Nederlandse als voor de Duitse schatkist zwaar negatief was. Dat komt omdat de veilingprocedure net plaats vond op het hoogtepunt van de internet hype. Ook de telefoonbedrijven hebben zich daar niet aan kunnen onttrekken. Vooral in Duitsland hebben ze veel meer geboden dan gerechtvaardigd was in de huidige visie van de financiële analisten, zoals die tot uitdrukking komt in de aandelenkoersen.

De totale waarde van de aandelen is daardoor sterk gedaald. Omdat de kredietwaardigheid van de telecombedrijven twijfelachtig werd, was die daling nog veel groter dan wat men voor de frequenties betaald had. En omdat een groot deel van de aandelen KPN nog in handen van de overheid is, overtrof de waardedaling van de aandelen van de Nederlandse staat de opbrengst van de veiling aanzienlijk. Rekeninghoudend met het algemene beursklimaat becijfert Jantine Noordenbos de strop voor Nederland op ƒ 41 miljard. Daarbij gaat het niet alleen om wat KPN in Nederland heeft moeten betalen, maar ook in Duitsland.

De eerstverantwoordelijke is de KPN-directie. Die krijgt een gigantisch salaris omdat die geacht wordt beter dan gewone mensen te kunnen inschatten wat een UMTS frequentie waard is. Maar de regering is zelf te inhalig geweest om nu als grootaandeelhouder de directie van KPN ter verantwoording te kunnen roepen. En de volksvertegenwoordiging heeft zich evenzeer blind gestaard op de opbrengst, en niet gelet op de indirecte gevolgen.

Bij de UMTS veiling kwamen de internethype en markthype samen. Schade: ƒ 41 miljard.