Zoek op trefwoord :
Het nut van gedogen
Verschenen in 'Intermediair' - 16-09-2001

Het typisch Nederlandse gedoogbeleid, het niet of slechts ten dele handhaven van regels en wetten, ligt de laatste tijd onder vuur. Toch kunnen er goede redenen zijn om de wet niet altijd letterlijk te nemen.

Sinds de rampen in Enschede en Volendam lijkt iedereen het erover eens: het moet uit zijn met de Nederlandse gedoogcultuur. Wanneer iedereen zich van zijn taak gekweten had, zouden die rampen nooit zijn gebeurd. Wetten moeten gewoon worden gehandhaafd. Toch zijn er veel redenen waarom er soms gedoogd wordt, al zijn sommige daarvan beter dan andere.

Het gedogen zit ons in het bloed. In de zeventiende eeuw waren door het drijven van calvinistische dominees andere godsdienstoefeningen dan die van de hervormde staatskerk verboden. In de meeste steden lieten de regenten die echter wel toe, als het maar niet te opzichtig gebeurde. Men gebruikte daarvoor gebouwen die van buiten niet als kerk te herkennen waren, de schuilkerken. In plaats van de wet te handhaven, gedoogden de regenten de verboden kerkdiensten, als het maar niet te opzichtig gebeurde.

In onze tijd zijn er andere argumenten om te gedogen. Tien goede redenen.

1. Onvoorzien ontwikkelingen. Door de bse-crisis zitten we met grote hoeveelheden diermeel, dat niet meer als veevoer mag worden gebruikt. Dat moet nu worden opgeslagen, maar niemand heeft daarvoor een vergunning. En dus zal het moeten worden gedoogd.

2. De wet anticipeert op gedogen. Soms wordt er bij normstellingen ook op gedogen geanticipeerd. Iedereen weet dat de soep niet zo heet wordt gegeten als die wordt opgediend, en dus dienen we de soep maar heter op dan onze bedoeling is dat hij gegeten wordt. Allerlei normen worden veel strenger vastgesteld dan eigenlijk zou hoeven, om het de handhavers makkelijker te maken om op te treden als het echt nodig is.

3. Tegenstrijdige regels. De brandweer wil dat je het café aan alle kanten kunt verlaten, de politie dat je er alleen aan de voorkant in kunt. En dan zijn er nog de arbeidsinspectie, monumentenzorg, en allerlei milieumaatregelen. Ik heb meegemaakt dat de kaas in de bedrijfskantine de ene week zonder cellofaantje werd gepresenteerd vanwege het programma voor interne milieuzorg, en de volgende week weer mét omdat de Keuringsdienst van Waren dat voorschreef.

4. De wet is achterhaald. Het komt ook voor dat we niet meer achter een verbod staan dat vroeger is ingesteld, zoals bij de verkoop van softdrugs. Wanneer zo’n verbod echter inmiddels vastligt in een internationaal verdrag, kunnen we dat niet zo maar schrappen. Daarom bedenken we dan ingewikkelde gedoogregels.

5. Bij het maken van de wet is te weinig aandacht geweest voor uitzonderingen. Het kan ook zijn dat er in de wet een uitzonderingsclausule ontbreekt, die iedereen bij nader inzien heel logisch vindt. Je mag niet zo maar afval verbranden in de open lucht, maar het gaat wat ver om dan ook kerstboomverbrandingen te verbieden, of de grote brand die de huttenbouwweek in de grote vakantie afsluit. Daarom worden die dingen soms gedoogd, maar sommige officieren van justitie zijn er juist dol op de gemeente die zoiets organiseert te vervolgen.

6. Gedogen voorkomt een buitensporig nadeel. Handhaving kan ook een disproportioneel nadeel opleveren. Tot nu toe was het vaste jurisprudentie dat wanneer iemand illegaal een gebouw neerzet, eerst wordt gekeken of hij niet alsnog een vergunning kan krijgen voordat hij gedwongen wordt het gebouw af te breken. Wanneer een gemeente strenger wil op treden, wordt hij onverbiddelijk teruggefloten door de Raad van State.

7. De gevolgen van nieuwe wetgeving zijn niet goed ingeschat. Als er één partij tegen gedogen is, is het wel het cda. Toch geldt dat niet bij de handhaving van het verbod op allerlei bestrijdingsmiddelen in de tuinbouw, en bij de beperking van de herrie rond Schiphol. Dan vinden de christen-democraten juist dat er gedoogd moet worden.

8. Gebrek aan capaciteit. Gedogen kan voortkomen uit gebrek aan de capaciteit om de regels te handhaven. Rijden zonder achterlicht, geen hand uitsteken, oversteken als het voetgangerslicht op rood staat, het wordt allemaal gedoogd. En niemand die de politie aansprakelijk stelt voor de ongelukken die daardoor gebeuren.

9. De politie meet met twee maten. Soms ziet de politie de redelijkheid van een verbod niet in. Overtreden van de maximumsnelheid door automobilisten wordt soms bestraft, maar tegelijkertijd gedoogd. Wat men niet meer wil gedogen, is dat automobilisten met de toegestane maximumsnelheid op de linker weghelft rijden, want dat hindert degenen die harder willen rijden. En dat gedogen we.

10. Ten slotte wordt er gedoogd, omdat er gedoogd wordt. Wanneer uw ex bij de politie werkt, en die maakt dat u in één week twee bekeuringen krijgt voor rijden zonder licht, drie voor het niet aangeven van richting en nog één voor het te laat binnen halen van de vuilnisbak, dan kunt u zich daar met recht tegen verzetten. Het is onredelijk om iemand systematisch te vervolgen wordt voor dingen die bij ieder ander gedoogd worden.

Al die redenen om te gedogen, maken gedogen nog niet tot een goed iets. In sommige gevallen kan het voorkomen worden door meer geld beschikbaar te stellen voor de handhaving, of de bestaande handhavingscapaciteit beter in te zetten, bijvoorbeeld door de legalisatie van drugs. In andere gevallen zal het hobbyisme en de scoringsdrift van ambtenaren en Kamerleden bij het maken van wetten moeten worden ingeperkt.

Maar er zullen altijd onvoorziene gevallen ontstaan waar de bestaande wetgeving gewoon niet uitvoerbaar is, zonder dat dat voorzien is. Zoals de twintigste-eeuwse politicus Joop den Uyl ooit zei: tot het onmogelijke is niemand gehouden.